Mink deVille

Als tiener speelde Willy in een band, Billy and the Kids genaamd. Hij verhuisde naar Londen waar hij een band wilde beginnen, maar slaagde er niet in muzikanten met eenzelfde visie te vinden. Uiteindelijk belandde hij in San Francisco, waar hij een band oprichtte samen met Ruben Siguenza en drummer Tom “Manfred” Allen. De band trad op onder de namen Billy DeSade & the Marquis en de Lazy Eights voordat ze de naam Mink DeVille aannamen. De band verhuisde naar New York, waar ze een rol speelde als een van de pioniers van de punk. Ze was een van de oorspronkelijke huisbands van CBGB, de New Yorkse nachtclub die een grote rol heeft gespeeld in het ontstaan van punkmuziek, midden jaren 70, denk hierbij bijvoorbeeld aan de popgroep Blondie, met zangeres Deborah Harry.


Composities van DeVille zijn vaak gevuld met romantische overtuiging en hunkering. Latin, bluesriffs en invloeden van country zijn te herkennen. Spanish stroll was een internationale hit in 1978. Storybook Love (genomineerd voor een Academy Award in 1987) is gebruikt in de film The Princess Bride. DeVilles Just to Walk that Little Girl Home (geschreven met Doc Pomus) in de film The Pope of Greenwich Village en It’s So Easy in de film Cruising.
Storybook Love staat op het door Mark Knopfler (Dire Straits) geproduceerde album “Miracle” (Polydor), zijn allereerste soloalbum nadat de band Mink DeVille failliet was verklaard.
DeVille was van 1980 tot 2000 verslaafd aan heroïne, wat zijn carrière beïnvloed heeft.
Hij was drie maal getrouwd, eerst met Susan ‘Toots’ Berle. Met haar had hij een zoon, Sean. Zijn tweede vrouw was Lisa Leggett (die in 2001 zelfmoord pleegde) en zijn derde vrouw was Nina Lagerwall. In juni 2009 maakte zij bekend dat DeVille alvleesklierkanker had. Op 6 augustus dat jaar overleed DeVille aan de gevolgen hiervan in een ziekenhuis in New York.[1][2]

Geen producten gevonden die aan je zoekcriteria voldoen.
Winkelwagen
Scroll to Top